Naast meettechniek en weegtechniek beschikken we bij PCE ook over een uitgebreid aanbod apparatuur voor de regeltechniek. Eén van de belangrijkste onderdelen in de regeltechniek is de regelaar. In deze koopgids: de universele regelaar. De universele regelaar stelt de bediener in staat allerlei machines, installaties en apparaten op afstand te regelen, zodra een ingestelde grenswaarde wordt bereikt.
Wat doen universele regelaars
Universele regelaars bezitten de eigenschap, dat ze verschillende type ingangssignalen kunnen verwerken. Zo kunnen onder andere temperatuursensoren, maar ook gangbare normsignalen aan veel universele regelaars rechtsreeks aangesloten worden. Dit maakt het makkelijk om universele regelaars in veel processen snel te integreren, zonder dat het signaal omgevormd hoeft te worden. De universele regelaars van de PCE-RE serie zijn met een temperatuuringang uitgerust, welke een directe aansluiting van verschillende temperatuursensoren mogelijk maakt of het verwerken van processignalen zoals 4-20 mA of 0-10 V. Naast de gemakkelijke in/uitregeling maken de universele regelaars van deze serie ook een PID-regeling mogelijk. Enkele modellen bieden ook andere functies, zoals een programmeerbare afloop van de ingestelde waarden.
Voor complexe opgave hebben we in ons assortiment uiteraard ook voldoende regelaars. Naast een universele analoge ingang, welke zowel temperatuursignalen als ook normsignalen kan verwerken, bieden deze regelaars verdere functies, die voor besturingstaken noodzakelijk zijn. De regelaars hebben intern twee regelkringen, met individueel instelbare regel-parameters. Daarmee kan bijvoorbeeld de temperatuur van een object, zowel door verhitten als door verkoelen beïnvloed worden. Verder kunnen in het interne geheugen meerdere sets van regelparameters opgeslagen en afhankelijk van de behoefte opgeroepen worden. Deze regelaars bezitten digitale ingangen, die het mogelijk maken, de regelaars via een SPS-sturing te beïnvloeden. Via de optionele RS485-interface kunnen parameters geëvalueerd en geregistreerd worden.
Discontinue universele regelaars
In de praktijk onderscheiden we twee verschillende types universele regelaars: continue en discontinue regelaars. Discontinue regelaars bezitten een eenvoudige schakelmethode, waardoor bij het bereiken van een grenswaarde een relais in- of uitgeschakeld wordt. Aangezien dit type regelaar slechts bij het bereiken van een grenswaarde actief wordt, is de regeling discontinu. Discontinue regelaars kunnen bijvoorbeeld standaard grenswaarde-schakelaars zijn. Dit type regelaars zijn de gemakkelijkste soort in de familie van de regelaars. Ze kenmerken zich door hun robuustheid en een zeer goede prijs – kwaliteitverhouding. Bij de discontinue regelaars wordt nog eens onderscheid gemaakt tussen tweepunts-regelaars en driepunts-regelaars.
Driepunts-regelaars
Driepunts-regelaars bezitten een in- en uitgangschakeling. Op het gebied van airconditioning is dit een enorm voordeel. Een temperatuurregelaar meet op één punt in een kantoorcomplex de ruimtetemperatuur. Met een temperatuursensor (bijv. de WTR-190) wordt de actuele ruimtetemperatuur bepaald. Valt de temperatuur onder een bepaalde grenswaarde, bijv. 19 °C, dan wordt de verwarming op het kantoor ingeschakeld. Stijgt in de zomer de temperatuur tot boven de 24 °C, dan kan de regelaar met een tweede relais de airconditioning inschakelen en de zonwering laten zakken, zodat de ingestelde temperatuur bereikt kan worden.
Tweepunts-regelaars kenmerken zich door hun typische in-en-uitschakelmethode. Dit kan op het gebied van afvalwatertechniek een pH-regelaar zijn, die continu een waterbassin controleert. Stelt de regelaar vast, dat het afvalwater te zuur wordt, dat wil zeggen dat de meetwaarde zinkt tot onder de 4 pH, dan kan de regelaar een pomp inschakelen die een alkalische oplossing aan het afvalwater toevoegt en het water neutraliseert. De regelaar stelt dan vast, wanneer het afvalwater binnen een bepaalde tolerantiegrens ligt en de pomp wordt uitgeschakeld.
Continue universele regelaars
Continue universele regelaars hebben tijdens het complete regelproces invloed op de regelgrootte. De regelgrootte wordt voortdurend bewaakt en de aandrijving wordt aan de actuele afwijking aangepast. Een grote afwijking tussen de regelgrootte en de gewenste grootte zorgt voor een grote vervorming van de aandrijving van de regelkring. Bij een geringe afwijking daarentegen, wordt de aandrijving teruggedreven. Zo kunnen de instelwaarden met een geringe boven- en onderbuiging worden gerealiseerd.
Tot slot
Universele regelaars maken het de gebruiker dus mogelijk om simpele en complexe systemen op te bouwen. De regelwijze kan bij universele regelaars veranderd worden. Zo reikt het inzetgebied van in-uit-regelingen tot PID-regelingen. Naast relaisuitgangen staan de continue normsignaal-uitgangen ter beschikking om bijv. een ventielregeling te realiseren. De programmering van een universele regelaar kan direct via de knoppen aan de frontzijde of via de MODBUS op de PC plaats vinden. Om een zo groot mogelijk inzetbereik te verkrijgen zijn er regelaars met verschillende spanningsmethoden te verkrijgen. Ook de ingangen van de universeel inzetbare regelaars bieden een groot scala aan verwerkbare signalen.
Als je deze blog interessant vond, kijk dan ook eens op ons YouTube kanaal!
